In gesprek met Nathalie Scheffer- Kolk, zij is vooral achter de schermen werkzaam bij Huisartsenpraktijk Limmerloo (bestaande uit praktijk Limmen en praktijk Zuyderloo) en als praktijkmanager. De praktijk is een bedrijf en daar komen veel andere werkzaamheden bij kijken. Als huisarts kan je niet van alle markten thuis zijn: ICT, personeel etc. Nathalie is verantwoordelijk voor deze werkzaamheden zodat de huisartsen zo optimaal mogelijk de patiëntenzorg uit kunnen voeren. Nathalie springt, in geval van nood, in als doktersassistente, ze is dus ook wel eens aan te treffen achter de balie of aan de telefoon.
Wat maakt jullie werk makkelijker?
“Een snel, goed werkzaam systeem. Dit neemt veel administratieve last en irritatie weg, anders indelen of andere vormen van spreekuren (quick look, telefonisch of via face time). Een verschuiving naar meer digitaal: patiënten verwijzen naar filmpjes op thuisarts.nl; hier wordt uitgelegd dat men na een verkoudheid van twee weken nog niet naar de huisarts hoeft te gaan). Het is bijvoorbeeld nu al mogelijk om online een afspraak te maken (nu nog alleen locatie Limmen maar we willen dit snel voor beide praktijken realiseren).
Facetime?
Nathalie vertelt dat huisartsen zelf niet zo’n fan zijn van het doen van spreekuur via webcam of via e-consult. “Dat laatste doen ze helemaal niet, dit geldt niet alleen voor de wat oudere arts maar ook voor jonge artsen”. Er wordt wel eens gevraagd om een foto te sturen zodat er een eerste indicatie gedaan kan worden. Dit zorgt echter, in de praktijk, voor een hoop heen en weer mailen: de patiënt of de arts hebben toch nog aanvullende vragen. Het kost meer tijd dan dat het tijd oplevert”.
“In de corona periode hebben we zelfs heel weinig van face time gebruik gemaakt. De artsen zien liever de patiënt zelf. Ook de klachten zijn er niet altijd geschikt voor. Lichamelijk gezien wordt het al heel erg lastig omdat de huisarts toch iets moet zien, ruiken of beoordelen via lichamelijk onderzoek. Psychische klachten zoals gesprekken met de praktijkondersteuner GGZ lenen zich hier makkelijker voor. Ook huidaandoeningen of een plekje op de huid zou nog via een foto beoordeeld kunnen worden, mits van goede kwaliteit. Daarnaast moet duidelijk zijn op welke vragen de arts een antwoord moet hebben om een goede diagnose te stellen. De tijdswinst zien we door deze omstandigheden niet. De huisartsen hebben wel spreekuur via de telefoon, dit functioneert wel goed omdat er direct vragen gesteld kunnen worden”.
Quick look spreekuur
Een quick look spreekuur is tussen 16 en 17 uur: voor de kleine dingen (oren, klein plekje in het gezicht etc). Vijf minuten, in de behandelkamer en de arts doet staande zijn/haar werk. De assistente is aanwezig en klopt direct de gegevens in de computer. De doelgroep zijn jongeren en werkende mensen. En daar is het ideaal voor. Er wordt vooraf duidelijk verteld dat het om vijf minuten gaat. Vooral wanneer de andere spreekuren vol zijn, is dit een prima optie en een mooie manier van tijd winnen. We hebben nu een bepaald budget (vanuit Unive/VGZ) voor meer tijd voor de patiënt. Dit mag zelf verdeeld worden. Daar kan meer personeel voor ingehuurd worden of de spreekuren anders indelen. Wij hebben meer personeel aangetrokken (waarnemers) en het quick look spreekuur in het leven geroepen. Meer tijd voor de patiënt is vooral voor de psychische klachten, 80+-ers, buitenlandse mensen met een taalbarrière, ingrepen etc. Een andere ontwikkeling is het avondspreekuur, hier wordt echter heel weinig budget voor gegeven en daardoor vinden wij dit, voor nu, geen goede optie.
De eerste filter
“Assistenten zijn meer bedreven in triage en het bepalen van wat er nodig is. Zij zijn de eerste filter die een eerste selectie toepassen. Niet alle patiënten zijn hier blij mee maar dit is wel nodig. Daarnaast doet de assistente steeds meer zelf: oren uitspuiten, bepaalde onderzoeken. Deze taken zijn ook in ontwikkeling want er zijn nu cursussen voor assistenten om aanvullend onderzoek te kunnen doen. Dit vinden de assistenten een goede ontwikkeling maar de artsen en de artsen in opleiding wat minder: de artsen in opleiding zien de “simpele” gevallen niet meer in de praktijk en de artsen hebben de afwisseling niet meer gedurende hun spreekuren met af en toe een wat “minder” ernstig geval. Dit zorgt dan weer voor een lagere werkdruk en meer plezier in het werk.
“Er is en blijft werk aan de winkel maar dat maakt ons werk ook leuk en uitdagend!”, besluit Nathalie.
Toekomstmuziek
Een onderzoek op google vertelt over een app waar patiënten alvast hun klachten in kunnen vullen en dit, in sommige gevallen, aanvullen met foto’s. De app geeft een overzicht met de meest voorkomende klachten en adviseert en regelt het contact, of het nu een fysieke, online of een afspraak via de chat is. Uit de praktijk blijkt dat patiënten 10 tot 15 procent minder afspraken maken wanneer ze zo’n app hebben.
Een andere ontwikkeling zijn algoritmen: een digitale infrastructuur voor medische kennis. Volgens sommige DE sleutel tot kwaliteitswinst en kostenreductie. Modellen uit de medische vakliteratuur zijn verwerkt in algoritmen. Zij kunnen voor uiteenlopende patiëntgroepen, van zuigeling tot senior, voorspellen met welke acties gezondheidswinst is te boeken, wat de winst is in levensjaren en of je bijwerkingen van geneesmiddelen kunt voorkomen. De patiënt krijgt door het algoritme een objectief antwoord. Dat kan voorkomen dat hij onnodig naar het ziekenhuis wordt doorverwezen. Artsen werken grotendeels uit het hoofd en zien daarbij nog wel eens zaken over het hoofd (het blijft mensenwerk). Artsen missen daardoor de exactheid van de allerlaatste beschikbare medische kennis. Deze toevloed aan nieuwe kennis kan geen arts meer voor zichzelf bijhouden, maar met medische algoritmes kan dat wel.